En ook hij krijgt weer een zoon, en deze zoon ziet alle misstappen die zijn vader begaan heeft. Hij ziet ze allemaal, maar volgt ze niet. Aan de offermaaltijden op de bergen neemt hij niet deel, de afgoden van de Israëlieten vereert hij niet en ook maakt hij de vrouw van een ander niet onrein; hij buit niemand uit, hij vraagt geen onderpand wanneer hij iets uitleent en hij besteelt niemand. Hij deelt zijn voedsel met al wie honger heeft, wie naakt is geeft hij kleren, wie misdeeld is doet hij geen kwaad, hij vraagt vooraf geen rente, of toeslag achteraf. Hij leeft naar mijn voorschriften en houdt zich aan mijn geboden. Zo iemand zal zeker in leven blijven, en niet sterven vanwege de schuld van zijn vader. Maar zijn vader – die een uitbuiter is geweest, die anderen bestolen heeft en zijn eigen familie heeft benadeeld -, zijn vader zal sterven, door zijn eigen schuld. “Maar,” vragen jullie, “waarom hoeft de zoon niet te boeten voor de schuld van zijn vader?” Die zoon is Mij trouw geweest en heeft het goede gedaan, hij heeft zich aan al Mijn geboden gehouden en ze nageleefd, dus zal hij zeker in leven blijven! Iemand die zondigt zal sterven, maar een zoon hoeft niet te boeten voor de schuld van zijn vader, en een vader hoeft niet te boeten voor de schuld van zijn zoon; wie rechtvaardig is wordt als een rechtvaardige behandeld, en een slecht mens wordt voor zijn slechte daden gestraft. 

Wie goddeloos leeft, maar zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al Mijn geboden, Mij trouw is en het goede doet, zal zeker in leven blijven en niet sterven. De misdaden die hij heeft begaan zullen hem niet worden aangerekend; door zijn rechtvaardige daden zal hij in leven blijven.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
0Shares